De wielrenners verbranden 24 marsrepen… per dag!

Til redaktionen

Holstebro, 2. april 2012

Als de Giro d’Italia-renners Denemarken aandoen, rijden ze door de gemeente Holstebro en de ’voorraadkamer van Denemarken’.
Lees meer over de Giro d’Italia in de gemeente Holstebro op www.holstebro.dk/giropresse

Tekst door journalist Flemming Hove.
Foto’s door fotograaf Ole Mortensen, Tilsted Com & privéfoto.
De tekst en foto’s mogen alleen in redactioneel verband worden gebruikt.

Voor meer informatie kunt u terecht bij het communicatieteam van de gemeente Holstebro, teammanager Mette Mørk Andersen en journalist Karsten Peier, tel. +45 9611 7517.

Met vriendelijke groet
Mette Mørk Andersen
Gemeente Holstebro

Giro d’Italia-renners rijden door Holstebro en de voorraadkamer van Denemarken:

De wielrenners verbranden 24 marsrepen… per dag!

Stel je voor dat je drie weken lang 24 marsrepen per dag eet en verder niets. Dan zal je weegschaal waarschijnlijk gaan protesteren en zullen weinig kleren je nog passen!
Maar als je professioneel wielrenner bent en meedoet aan de op een na grootste wielerwedstrijd de Giro d’Italia, dan komt dat overeen met de hoeveelheid energie die je elke dag verbrandt.
Nikolai Baastrup Nordsborg, docent aan het Instituut voor Sport van de Universiteit van Kopenhagen, constateert dat de wielrenners precies het juiste voedsel nodig hebben om een zware etappe te kunnen rijden. Het is te vergelijken met een volwassen man die twee keer zoveel moet eten als normaal en daarbij ook nog zes liter water per dag moet drinken.

Brandstof

”Het lichaam verbruikt suiker en vet als brandstof. Als je een ontspannen fietstochtje maakt, spreek je je vetdepots aan, maar als je als professioneel wielrenner een zware inspanning levert, moet je ervoor zorgen dat je suikerdepots altijd zijn aangevuld. Anders loop je het gevaar een flauwte te krijgen”, vertelt Nikolai Baastrup Nordsborg.
Tijdens de Giro d’Italia hebben de hazen het vaak het zwaarst. Zij winnen niet, maar zorgen ervoor dat hun kopman de beste kansen krijgt om te winnen. De hazen werken dag in dag uit keihard, en daarom is het ongelooflijk belangrijk dat ook zij precies het juiste voedsel krijgen – en er genoeg van eten.
”Als de wielrenners moeite hebben in het zadel te blijven zitten bij een stevige zijwind of tegen een berg omhoog, zijn ze helemaal op zichzelf aangewezen. Dit kost maar liefst 20 procent meer energie. Nog zwaarder is het om te ontsnappen uit het peloton of om gevraagd te worden een groep ontsnapte renners weer terug te halen. Dan heb je misschien 30-40 procent meer energie nodig dan de anderen, en als je niet uitkijkt betaal je daar een hoge prijs voor”, zegt hij.

Heel veel suiker

”Om genoeg energie binnen te krijgen, zitten er koolhydraten in alles wat de wielrenners eten. Omdat ze zoveel calorieën verbranden, moeten ze zes tot acht keer per dag eten. Drie hoofdmaaltijden zijn gewoon niet genoeg. Vaak zitten ze op de grens van wat ze kunnen innemen, en daarom hebben ze ook extra suiker nodig in de vorm van bijv. energybars, energygels en energydrinks”, aldus Nikolai Baastrup Nordsborg.

Voorraadkamer van Denemarken

Als de wielrenners tijdens de 1e en 2e etappe van de Giro d’Italia door West-Jutland rijden, o.a. door de gemeente Holstebro, rijden ze midden door wat vaak ’de voorraadkamer van Denemarken’ wordt genoemd.
Kirsti Storinggaard van de Regionale Eetcultuur West-Jutland in Holstebro is er trots op dat deze regio van oudsher een zeer groot percentage van het voedsel voor de rest van Denemarken produceert en levert.
”We hebben eigenlijk alles. We hebben zowel hoofd- als nicheproducten, met alles uit de zee en van het land dat uiteindelijk op een bord belandt. Traditionele landbouwproducten als vlees en allerlei gewassen, en vele zuivel- en visproducten worden afgewisseld door nicheproducten als bijv. wijn, kruidenbitters en whisky”, vertelt Kirsti Storinggaard.
Daarbij komt dat het in West-Jutland wemelt van de restaurants, hotels en eetgelegenheden die bij voorkeur gebruikmaken van streekproducten in de keuken.
De Regionale Eetcultuur West-Jutland heeft ca. 30 leden, en Kirsti Storinggaard is blij met de grote veelzijdigheid.
”Dankzij de grote producenten van traditionele levensmiddelen krijgen ook de vele kleinere producenten de gelegenheid zich bezig te houden met het voorbewerken en veredelen van hun producten”, vertelt ze.
Kijk voor meer informatie op www.madlandet.dk en www.holstebro.dk/giropresse.